Belangrijkste factoren van DCS-signaalverstoring

Weerstandsgekoppelde verstoring Tijdens het bedrijf negeren veel fabrieken het probleem van draadveroudering. Wanneer meerdere signaallijnen samen signalen verzenden, worden andere transmissiesignalen beïnvloed en verstoord als gevolg van veroudering en lekkage van isolatiemateriaal op de draden. Bovendien zal niet alleen de veroudering van signaallijnen andere signaallijnen beïnvloeden, maar zal ook de veroudering van sommige circuits met hoog vermogen (zoals circuits voor het genereren van warmte) de signalen in geval van lijnveroudering sterk verstoren. Capaciteitsinductiekoppelingsstoring Over het algemeen zijn er veel signaallijnen aangesloten op de schakelkast op de gecontroleerde locatie. Sommige van deze signaallijnen gebruiken kabelgoten, andere gebruiken kabelbuizen, vooral veel signalen zijn met elkaar verbonden. Capaciteitsspreiding tussen signalen zal andere signaallijnen verstoren. In het bijzonder wordt de wisselende magnetische flux gevormd rond de AC-signaallijn, om zo een elektrische potentiaal tussen parallelle geleiders te vormen en een elektrisch potentiaalverstorend signaal te vormen. Blikseminslag Bij blikseminslag kunnen grote elektromagnetische storingen rond het benodigde signaal ontstaan. Uiteraard zal de introductie van storingen tot op zekere hoogte ook veroorzaakt worden door diverse aarddraden. Er zijn twee hoofdmethoden voor bliksemverstoring: de ene is een bovengrondse hoogspanningslijn, waardoor de signaallijn wordt verstoord door bliksem; De andere is dat de signaalkabel wordt getroffen door bliksem, wat resulteert in capacitieve en inductieve koppelingsspreiding op de signaallijn, waardoor een grote verstoring ontstaat die de apparatuur kan beschadigen en in ernstige gevallen persoonlijke ongelukken kan veroorzaken. Verstoring van de stroomvoorzieningslijn Omdat de grote apparatuur in de energiecentrale vaak start en sluit, en de schakelwerking van grote componenten ook frequent is, zal het onmiddellijke grote magnetische wisselveld optreden wanneer deze grote elektrische apparatuur wordt geschakeld. Het wisselende magnetische veld zal op de signaallijn koppelen en vervolgens het systeem verstoren. Deze wisselende magnetische velden zullen ook bij hoge frequenties de stroomlijn verstoren. Als het signaalniveau het normale bereik overschrijdt, heeft dit ook invloed op het systeem. Om het onderhoud van het systeem bij het schakelen van grote motoren te garanderen, kunnen transformatoren in het circuit worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het magnetische wisselveld niet ontstaat als gevolg van overmatige spanningsveranderingen bij het schakelen van motoren. Wat zijn de belangrijkste oorzaken van verstoring? Materiaal- en apparatuurproblemen De besturingssignalen die op het DCS-systeem zijn aangesloten, gebruiken doorgaans kabels als transmissiemedium om de signalen naar het DCS-systeem te sturen. Wanneer de isolatiematerialen van de signaalkabels verouderen en de afschermingsmaterialen beschadigd raken, zullen ze worden verstoord door andere elektromagnetische storingsbronnen, wat meetfouten zal opleveren, en ernstige storingen zullen apparatuurschade veroorzaken. Niet-standaard constructie In DCS-besturingssystemen zijn veel signalen vaak samen op DCS aangesloten. Deze signaallijnen lopen door kabelgoten of kabelgoten en vormen veel verschillende soorten kabels die op dezelfde manier aan de locatie zijn bevestigd. Tussen deze signalen bevinden zich dispersiecondensatoren, waardoor de verstoring aan andere signaallijnen wordt toegevoegd. Samen vindt de wisselende magnetische flux plaats in de omgeving van het transmissiesignaal, zoals de elektriciteitsleiding, motor, generator, vermogenstransformator en relais. Deze magnetische velden hebben de neiging grote verstoringen te veroorzaken. Onredelijke aarding Het veel voorkomende aardingsprobleem is dat beide uiteinden van de signaallijn geaard zijn, wat grote verstoringen zal veroorzaken vanwege het aardpotentiaalverschil. Als beide uiteinden van de signaallijn met elkaar zijn geaard, kan er een groot potentiaalverschil ontstaan, wat een grote circulatie op de signaallijn tussen de twee uiteinden kan veroorzaken. Er treden elektromagnetische golven op die het signaal verstoren. Bovendien voldoet de totale aardingsweerstand van het DCS-systeem niet aan de normale bedrijfsvereisten van het DCS-systeem. Hoe kan ik de overlast beperken? Zorg voor de normale werking van de signaallijn. Voorkom tijdens het gebruik van signaallijnen dat meerdere signaallijnen met elkaar worden verbonden, controleer regelmatig de signaallijnen samen en corrigeer en vervang de signaallijnen door beschadigde isolatiecolloïden om het normale gebruik van signaallijnen te garanderen en voorkomen dat elektrische lekkage de transmissiesignalen verstoort. Leg kabels in lagen. De kabels die verschillende signalen doorgeven, moeten worden gescheiden en de gelaagde legmethode moet worden gebruikt om de kabels tot op zekere hoogte te reguleren, en er vervolgens voor te zorgen dat de kabels geen interactie met elkaar hebben. Voor zover het kabels betreft die hetzelfde signaal uitzenden, is het ook noodzakelijk om de beperking van dichte lijnen zoveel mogelijk te vermijden. Omdat de computerpoort een zekere mate van fijne analyse van het signaal kan uitvoeren bij het verwerken van het signaal, dus als er vergelijkbare signalen zijn die elkaar verstoren, zal dit het oordeel van de computer beïnvloeden en vervolgens analysefouten in het computerbedieningsproces veroorzaken. Signaallijnblokkering Tijdens de werking van de apparatuur kan de kabelblokkeringsmethode worden geselecteerd om de signalen te blokkeren en er vervolgens voor te zorgen dat de signalen elkaar niet beïnvloeden. De blokkeermethode kan echter niet alleen de transmissiesignaallijnen blokkeren, maar ook de signalen op de computerterminal classificeren. Deze blokkeermethode kan de schade van common-mode-interferentie aan de computer aanzienlijk verminderen. De blokkeerversterker kan ook worden geselecteerd om het ingangseinde van het signaal van de computer volledig te blokkeren. Deze methode kan worden gebruikt om een ​​lus te vormen tussen de blokkerende stoorsignalen, de schade van de verstoring te onderdrukken en de normale werking van het systeem te garanderen. Isolatie van het voedingssysteem Omdat op sommige locaties vaak motoren met een hoog vermogen worden geschakeld, zullen tijdens het schakelproces hoogfrequente signalen optreden. Om te voorkomen dat hoogfrequent elektromagnetisme het systeem verstoort, kan een transformator op de voedingslijn worden geïnstalleerd om het hoogfrequente elektromagnetisme dat wordt gegenereerd door krachtige motorschakelaars te beperken en te voorkomen dat het systeem wordt beïnvloed. Verdraaiing en afscherming Verdraaiing van de signaalgeleider betekent dat het getwiste paar de parallelle geleider vervangt, waardoor de verstoring van het magnetische veld kan worden onderdrukt. Afscherming verwijst naar de toepassing van metalen geleiderisolatie-elementen, assemblages en signaaldraden. Afscherming kan capacitieve koppelingsruis onderdrukken. De gebruikelijke methode is om het analoge signaal aan te sluiten via een afgeschermd getwist paar. Over het algemeen wordt het signaal verstoord door niet-foto-elektrische ruis, en een sterk wisselend magnetisch veld zal het signaal ook verstoren. Daarom is het niet alleen nodig om elektrische afscherming te overwegen, maar ook magnetische afscherming. De afschermingsmaatregelen kunnen worden voltooid door geleiders te gebruiken met een superieure magnetische geleidbaarheid (zoals ijzer, nikkel, enz.). Aarding Het DCS-aardingssysteem heeft hoofdzakelijk twee functies: aan de ene kant kunnen, wanneer het signaal en de voeding het DCS-systeem binnenkomen of hun eigen fouten optreden, de overbelastingsstroom worden verdragen en naar de aarde worden overgebracht; Aan de andere kant kan het aardingssysteem een ​​afschermingslaag bieden aan DCS om elektronische ruisverstoring te isoleren, en samen een referentie-nulpotentiaal voor alle systemen bieden. Daarom bevat het DCS-systeem doorgaans twee aardingspunten voor bediening en onderhoud.