Inquiry
Form loading...
Stappen voor de inbedrijfstelling van het PLC-programma op locatie

Nieuws

Stappen voor de inbedrijfstelling van het PLC-programma op locatie

08-12-2023
Er is veel personeel betrokken bij de inbedrijfstelling van de locatie, dat goed georganiseerd moet zijn en een overzicht van de inbedrijfstelling moet hebben. Stap voor stap volgens het schema. Aan het begin van de inbedrijfstelling kan de apparatuur niet worden bediend of zelfs onder spanning staan. Het kan geleidelijk worden ingeschakeld, opgestart en geladen naarmate de inbedrijfstelling vordert, totdat het onder nominale omstandigheden werkt. Het specifieke proces is als volgt: 1. Controleer de bedrading en het adres. Het moet punt voor punt worden uitgevoerd en ervoor zorgen dat het correct is. Het is lastiger om te controleren zonder elektrificatie. Het kan ook online worden gecontroleerd, en nadat het signaal is toegevoegd, om te zien of de werking van het elektrische regelsysteem voldoet aan het ontwerpdoel. 2 Controleer analoge ingang en uitgang. Controleer of de I/O-module correct is en normaal werkt. Indien nodig kunnen ook standaardinstrumenten worden gebruikt om de nauwkeurigheid van invoer en uitvoer te controleren. 3 Controle- en testindicator. Als er een indicator op het bedieningspaneel staat, controleer dan eerst de weergave van de indicator. Controleer enerzijds of het lampje kapot is en anderzijds of de logische relatie klopt. Het indicatielampje is een spiegel die de werking van het systeem weerspiegelt. Als u dit eerst aanpast, kunt u gemakkelijker verder debuggen. 4 Controleer de logische relatie tussen handmatige actie en handmatige controle. Het bovenstaande debuggen is voltooid en vervolgens kan het debuggen van de handmatige actie en de handmatige besturingslogica-relatie worden uitgevoerd. Controleer de uitgangspunten van elke handmatige bediening, of er overeenkomstige uitgangen en acties zijn die overeenkomen met de uitgangen, en controleer vervolgens of elke handmatige bediening kan worden gerealiseerd. Als er een probleem is, los het dan onmiddellijk op. 5 Halfautomatische bediening. Als het systeem automatisch kan werken, of het semi-automatische werk eerst kan worden gerealiseerd. De inbedrijfstelling kan stap voor stap worden uitgevoerd. Totdat de hele controlecyclus is voltooid. Als er een probleem is in een stap of link, begin dan met het oplossen ervan. 6 Automatische bediening. Na het semi-automatische debuggen kan het automatische werk verder worden gedebugd. Neem meerdere werkcycli in acht om ervoor te zorgen dat het systeem continu en correct kan werken. 7 Inbedrijfstelling van analoge hoeveelheden en parameterbepaling. De bovenstaande foutopsporingsitems zijn allemaal logisch bestuurde items. Dit is het eerste dat moet worden aangepast tijdens het debuggen van het systeem. Nadat deze foutopsporing in principe is voltooid, kunt u beginnen met het debuggen van de analoge kwantiteits- en pulshoeveelheidsregeling. Het belangrijkste is om de juiste controleparameters te selecteren. Over het algemeen duurt dit proces relatief lang. Het is noodzakelijk om de parameters geduldig aan te passen en meerdere keuzes te maken, en vervolgens de beste te selecteren. Sommige PID-parameters van de PLC kunnen worden verkregen via zelfafstemming. Dit zelfafstemmingsproces neemt echter ook veel tijd in beslag. 8 Inspectie van abnormale omstandigheden Na al het bovenstaande debuggen is het hele debuggen in principe voltooid. Maar het is goed om enkele abnormale omstandigheden te controleren. Controleer of er sprake is van uitschakelbeveiliging of alarmmelding in geval van abnormale omstandigheden of onvermijdelijke illegale handelingen.